VENSTER OP DE TOEKOMST

Gezondheidsbewustzijn en -bevordering gerichte activiteiten

VENSTER OP DE TOEKOMST

De urgentie om ons in te zetten voor deze wijk, voor de toekomst van de kinderen in deze wijk is anno 2020 groter dan ooit. De corona crisis vergroot sociale ongelijkheden uit. Kinderen en gezinnen in deze wijk zijn vaak klein behuisd, hebben weinig leefruimte en wonen ook nog eens dicht op elkaar. Anderhalve meter afstand bewaren is in zo’n situatie welhaast onmogelijk. Besmettingen doen zich sneller voor, en het aantal slachtoffers in achterstandswijken is groter dan in welvarende wijken. Niet alleen hier, ook in andere grote steden. Wat betekende dit voor de kinderen? Zij mochten heel lang niet naar school, en zaten opgehokt thuis. Ze mochten niet naar hun oppasopa’s en oma’s, en mochten hun grootouders niet eens knuffelen. Van wie kregen ze de zo broodnodige aandacht? Ouders werkten thuis, en moesten dan tussendoor ook voor hun kinderen zorgen en ze onderwijs geven. Voor kinderen in kwetsbare situaties was de lock down nog veel erger. Digitaal onderwijs? Niet alle gezinnen beschikten over digitale apparatuur. En ja, de zwaarlijvigheid nam toe; corona kilo’s van het stilzitten. Kan je dat de kinderen kwalijk nemen of hun ouders als zij leven in schaarste?

Covid-19 bracht de ongelijkheid aan het licht tussen vermogende en arme gezinnen, tussen rijke kinderen en kinderen die opgroeien in armoede. En, de crisis heeft meer dan ooit aangetoond dat we werk moeten maken van preventie en gezondheidsbevordering. Immers, juist mensen met overgewicht bleken vatbaar voor het virus, en minder goed te herstellen. Overgewicht bestrijden en vitaliteit bevorderen is iets waar je niet vroeg genoeg mee kunt beginnen. Een langdurig proces waarbij samenwerking tussen de verschillende domeinen school, thuis en de wijk van groot belang zijn. Onze partners die in deze verschillende domeinen werkzaam zijn hebben we geïnterviewd met de vraag wat hebben zij nodig/ behoeften aan  om de succesfactoren van KLIK te integreren in hun werk en in hun professionele netwerk te verspreiden? 

De succes factoreen van KLIK zijn experimenterend leren, oncomfortabele onderwerpen aansnijden, buiten je eigen omgeving, het simpel houden. 

Dennis van der Stelt: Coördinator Lekker Fit

Als je als gymdocent meer onderdeel van het team bent, maakt ook dat je meer invloed hebt op de deelname van kinderen aan andere activiteiten. Hoe meer de gymdocent ambassadeur kan zijn van een gezonde leefstijl, hoe meer het leeft.

“Ik ben verantwoordelijk voor het gebied Charlois. Ik probeer het programma ‘lekker fit’ zo goed mogelijk te laten draaien. Wat belangrijk is binnen dit programma is meer beweging onder schooltijd en het stimuleren van gezond eten en waterdrinken. Dit bespreken we met de directies. Het is belangrijk om er als school achter te staan en er draagvlak voor te creëren.

Daarnaast doe ik een pilot dat heet de ‘keten aanpak’. Om zo goed mogelijk samen te werken om de zorg te realiseren in een wijk waarin 1 persoon de rol krijgt van centraal aanspreekpunt. In dit geval is dit de verpleegkundige van het CJG. Dat is wel een uitdaging. Mensen breiden moeilijk hun netwerk uit en gaan niet makkelijk met nieuwe organisaties samenwerken. Maar het is wel belangrijk om naar het hele plaatje te kijken. Er spelen vaak meerdere factoren mee in een gezin. De basis moet goed zijn om het over voeding en leefstijl te gaan hebben.

Het is soms lastig om ouders te betrekken rondom gezondheid. Ik hoor ook van de gymleraren dat het moeilijk is om de ouders die het echt nodig hebben te betrekken. Er zijn ook veel gezinnen die moeite hebben om overeind te blijven. Dan kan je wel met allemaal leuke en creatieve dingen komen maar dat werkt dan niet. Hoe we deze ouders meer kunnen betrekken vind ik echt een hele moeilijke. Maar met een ketenaanpak kan je misschien wel op een andere manier binnen komen om ook te kijken waar het gezin het meeste baat heeft. Daar geloof ik wel meer in.

Ik merk dat direct contact het beste werkt. Bij de docenten bijvoorbeeld, degene die een praatje maken en waar er interactie is, die hebben veel beter contact met ouders. En dan kan je ook gesprekken over moeilijkere onderwerpen aangaan. Als je als gymdocent meer onderdeel van het team bent, maakt ook dat je meer invloed hebt op de deelname van kinderen aan andere activiteiten. Hoe meer de gymdocent ambassadeur kan zijn van een gezonde leefstijl, hoe meer het leeft.

Ook zijn we bezig om de groep van 12 tot en met 18 jaar meer kunnen verleiden met het lekker fit programma. Op dit moment is er eigenlijk niks voor deze groep kinderen. Dit moet nog worden opgezet maar er zijn al verschillende plannen. Een idee is om meer te richten op de verschillende sportidentiteiten. Iedereen sport met een andere reden. Door de kinderen met dezelfde redenen om te sporten te matchen, kan je meer gericht sporten aanbieden. Daarnaast willen we graag aanbieden dat kinderen verschillende sporten kunnen uitproberen zonder verplichtingen. Want je merkt dat het zelf kiezen van belang is, zonder dat ze meteen ergens aan vast zitten.

 

Ik vind het project KLIK een leuke en vernieuwende aanpak hebben. Voornamelijk de creatieve kant spreekt mij aan. Ik gebruik de werkzame elementen nog niet zo in mijn praktijk. Wat wij wel gaan doen is het uitbreiden van de pijlers van Lekker fit. Door de thema’s ‘rust en slaap’, ‘de actieve speeldag’, ‘de lunch’ en ‘mentaal welbevinden’ toe te voegen. Daar zouden de elementen van KLIK wel bruikbaar in kunnen zijn. Het lijkt mij wel goed om dit mee te nemen in de manier waarop we deze thema’s bij kinderen onder de aandacht gaan brengen. Maar dit zouden we dan meer moeten uitwerken. Ik zie daar zeker ruimte voor!

Ik zou ieder kind een gezonde en fitte basis gunnen. Hoe dat gerealiseerd kan worden, is lastig. Je kan moeilijk dingen verplichten. Maar onze maatschappij is natuurlijk wel vol met verleiding door slecht voedsel. Daar zouden we wel wat meer balans in kunnen vinden om de bewustwording meer te stimuleren rondom gezondheid.”

Ik vind het project KLIK een leuke en vernieuwende aanpak hebben. Voornamelijk de creatieve kant spreekt mij aan. […] Het lijkt mij wel goed om dit mee te nemen in de manier waarop we deze thema’s bij kinderen onder de aandacht gaan brengen. […] Ik zie daar zeker ruimte voor!

Anny Chen: Leerkracht basisschool

“Ik ben leerkracht van de groep die mee heeft gedaan aan KLIK. In groep 7 en 8. Ik merkte dat het project bij verschillende groepen verschillend aankomt. Dus ik was ook erg bezig met de manier waarop ik het kon overbrengen aan kinderen. Ik vind dat kinderen wel voorbereiding nodig hebben voordat ze aan iets beginnen. Zodat ze weten wat ze gaan doen, wat ze gaan leren, wat het doel is en het nut ervan inzien.

Wat mij nog heel erg bijstaat is dat de kinderen zo bezig waren met het verzorgen van hun plantje. Dat vond ik wel heel waardevol voor de kinderen. En ook het fysiek bezig zijn vonden ze leuk. Ook de doe- activiteiten zoals de foto speurtocht en het kleien van poep vonden ze geweldig! De mindfulness werd verschillend ontvangen. Maar het ligt ook echt heel erg aan hoe je het brengt. Mijn groep moest je bijvoorbeeld heel erg voorbereiden en het nut ervan laten inzien. Maar soms zijn er alsnog kinderen die het niet leuk vinden. Dat houd je toch. Als leerkracht zie ik graag dat de kinderen actief meedoen en interesse tonen. Als ze dat niet doen, vind ik dat lastig.

Ik probeer als leerkracht zelf het goede voorbeeld te geven. En ik spreek kinderen ook wel aan als ze veel snoepen of koek meenemen. Ook klassikaal hebben we het over gezond eten. Dat vind ik belangrijk. Maar ook de mentale gezondheid vind ik belangrijk. Bijvoorbeeld hoe de kinderen met elkaar omgaan en we hebben ook de ‘complimenten week’.

Als school zijn we een ‘lekker fit’ school. Dus we staan al veel stil bij gezond eten en drinken en bewegen. Er kan vast nog meer gedaan worden, maar het is ook lastig te combineren met het lesgeven. Ik heb genoeg te doen in de klas en alles wat erbij komt kost gewoon veel tijd. We hebben ook naschoolse activiteiten. Daar zou eventueel meer rondom dit thema gedaan kunnen worden. Maar dan bereik je natuurlijk niet iedereen.

Vooral de ouders zijn lastig te betrekken. Ook tijdens het project KLIK merkte ik dat ouders niet veel betrokken waren. Wat een leuke consequentie is van de corona tijd, leerkrachten hebben veel beter contact met ouders. Ik zelf ook, het lijntje is veel korter geworden met ouders. Ik heb veel geappt met ouders en lessen online gegeven. Dat contact is gebleven. Helaas heb ik volgend jaar weer andere ouders en moet deze band weer opnieuw opgebouwd worden.

Nu de kinderen weer op school zijn zie ik wel dat veel kinderen aangekomen zijn. Kinderen vertellen ook dat ze veel hebben gesnoept en dat ze zijn aangekomen. Gelukkig kan ik ouders hier ook wel op aanspreken. Sommige kinderen zijn bijvoorbeeld helemaal niet buiten geweest tijdens de corona tijd. Uit angst om ziek te worden. Sommige kinderen waren hier ook een beetje depressief door geworden. Nu ze weer terug op school zijn, is het heel fijn dat ze weer samen kunnen zijn. Dat is ook heel belangrijk!

Wat ik nodig zou hebben om de succesfactoren van KLIK meer te kunnen integreren in mijn werk:

  • Meer ruimte om proefjes te doen (zeker handig met groepen van 30 leerlingen);
  • meer begeleiding als er in groepjes wordt gewerkt;
  • de tijd hebben en nemen om over bepaalde onderwerpen te spreken;
  • de tijd hebben en nemen om buiten activiteiten te doen (en ook hier meer begeleiders);
  • fysieke oefeningen die we hebben gedaan, kunnen ook onder de gym tijd gedaan worden of onder een pauze tijd;
  • tijd om voorbereidingen te treffen (proefjes , buiten eigen omgeving, begeleiders regelen / informeren, collega’s erbij betrekken, samen nadenken over invulling. Dit alles na / naast de voorbereiding van de reguliere lessen. 

Wat een leuke consequentie is van de corona tijd, leerkrachten hebben veel beter contact met ouders.
Ik zelf ook, het lijntje is veel korter geworden.”

Ilse de Vette: Schooldiëtist

Ik merkte dat de kinderen die betrokken waren bij het project KLIK heel enthousiast waren en hun kennis over voeding werd echt vergroot.

“Ik ben schooldiëtist op twee basisscholen in Charlois. Ik begeleid kinderen vanaf kleuter tot en met groep 8. De gezondheid kan beter in deze wijk vind ik. Er zijn best veel kinderen te zwaar in de klassen. Het straatbeeld wordt hierdoor ook beïnvloed. Want een kind dat een normaal gewicht heeft, dat is dan een heel dun en tenger kind. Een kind met overgewicht valt dan minder op.

Tijdens deze corona tijd merk ik dat sommige ouders angstig waren en kinderen 9 weken thuis hebben gehouden zonder naar buiten te zijn gegaan. Het ritme verschuift dan ook snel: geen hoofdmaaltijden en laat naar bed. Die cirkel blijft dan zo doorgaan. Maar er zijn ook veel ouders die het heel goed doen hoor! Als de ouders bijvoorbeeld duidelijk zijn en sturing geven op alle vlakken, dan gaat het goed. Praktisch heb ik veel geadviseerd om de eetstructuur van school aan te houden. Alvast klaarzetten wat je normaal op school eet zodat daar geen discussie over mogelijk is. Heel fijn als ouders dat dan volhouden.

In mijn praktijk merk ik dat persoonlijke aandacht goed werkt. Ook in deze corona tijd merk ik dat kinderen het fijn vinden dat ik ze dan toch even bel. Zo van: ‘he, ze denkt nog aan me!’ en dat geeft dan toch even een boost om weer te denken aan gezond eten. Deze aandacht is soms nog belangrijker dan de adviezen zelf merk ik.

Ik merkte dat de kinderen die betrokken waren bij het project KLIK heel enthousiast waren en hun kennis over voeding werd echt vergroot. Op een hele leuke manier. En dat helpt ook weer om te enthousiasmeren voor mijn werk. De insteek van KLIK om te focussen op de kinderen is positief. Ouders betrekken blijft lastig ook omdat veel ook werken overdag, dus zie deze maar eens op school te krijgen overdag. Maar via de kinderen de informatie te geven en ook iets mee geven waar ze over na kunnen praten, zoals de KLIK krant, is denk ik heel goed.

Ik denk dat de kinderen de lessen van KLIK niet meer vergeten. Dat is ze echt bijgebleven. Extra aandacht werkt ook gewoon. De kinderen waren bijzonder en er werd een krant van gemaakt met foto’s enzo. En ook op een professionele manier. Kinderen voelden zich daardoor gezien.

Over het algemeen is er helaas geen budget om op scholen om projecten zoals KLIK te doen. Ik heb zelf ook weinig tijd om creatieve dingen te doen. Maar als er ruimte en tijd zou zijn, zou ik dit wel heel graag doen. Met de kinderen is het dan echt een lange termijn doel maar ik zit ook veel op een gedragsverandering bij ouders. Die moeten ook echt wat veranderen qua gezond eten en leefstijl, maar vooral ook bewust worden van hun voorbeeldfunctie.

En wat leuk is, de eerste ‘lekker fit’ kinderen, die worden nu zelf moeder. Dus nu komen er peuters bij wie het gewoon is om water te drinken. En waar fruit normale tussendoortjes zijn. Dus mijn visie is ook dat het vooral tijd nodig heeft. Er vind in de afgelopen jaren wel echt een verschuiving plaats gelukkig.

 

Het zou mooi zijn als een project zoals KLIK in het lesprogramma komt. Standaard in groep 6 en 7 bijvoorbeeld. En dan vooral er lekker mee bezig zijn. Zoals het kleien, fröbelen, fotograferen met enthousiaste mensen. Dus eigenlijk zoals de KLIK lessen. Het zou goed zijn als er een vast persoon is die dit dan verzorgt. Een bekend persoon voor de kinderen. In zo’n lesprogramma is gecontroleerde vrijheid belangrijk voor kinderen. Het zelf ontdekken en spelen is belangrijk. Op deze manier vergeten ze het niet meer en wordt als heel leuk ervaren.

Als laatste is het naar mijn idee belangrijk dat zo’n lesprogramma voor alle kinderen is. Kijk, ik zie kinderen pas als er een probleem is of overgewicht. Maar ook voor kinderen zonder zichtbare problemen en overgewicht is het belangrijk. En op die manier maak je ook geen onderscheid, het is dan leuk voor iedereen!”

Met de kinderen is het dan echt een lange termijn doel maar ik zit ook veel op een gedragsverandering bij ouders. Die moeten ook echt wat veranderen qua gezond eten en leefstijl, maar vooral ook bewust worden van hun voorbeeldfunctie.

Celina Fortes: Jongerencoach Dock

Als je zo veel moeite doet als moeder om een maaltijd op tafel te zetten, zit je niet te wachten op commentaar of het wel voedzaam genoeg is. Het kan heel gevoelig liggen.

“Ik werk als jongeren coach en als aanvoerder van het jongeren team, dus werk ik met collega’s op het gebied van jeugd. Ik merk dat er nog veel onwetendheid is over gezonde voeding in deze wijk. Tijdens activiteiten proberen we daarom ook gezonde dingen aan te bieden.

Ik merk dat het goede voorbeeld geven belangrijker is dan belerend te zijn. We hebben bijvoorbeeld geen invloed op de hele wijk maar we merken ook dat het geven van water en fruit tijdens activiteiten, een voorbeeld is geweest voor andere organisaties. Enkelen zijn dat over gaan nemen.

Ik merk dat de corona tijd er voor heeft gezorgd dat de structuur moeilijk is vol te houden bij verschillende gezinnen. De kinderen hebben denk ik ook wat meer gesnoept omdat het in het begin op een verkapte vakantie leek. Maar ik merkte en kreeg terug van ouders naar het einde toe dat zij toch weer nieuwe structuren hadden gevonden. Er werd meer gelet op de voeding en op het volhouden . Kijk, gezondheid en leefstijl zijn natuurlijk onderdelen van mijn werk maar dat gaat eigenlijk overal doorheen.

Ik merk dat de corona tijd er voor heeft gezorgd dat de structuur moeilijk is vol te houden bij verschillende gezinnen. De kinderen hebben denk ik ook wat meer gesnoept omdat het in het begin op een verkapte vakantie leek. Maar ik merkte en kreeg terug van ouders naar het einde toe dat zij toch weer nieuwe structuren hadden gevonden. Er werd meer gelet op de voeding en op het volhouden . Kijk, gezondheid en leefstijl zijn natuurlijk onderdelen van mijn werk maar dat gaat eigenlijk overal doorheen.

Het spelenderwijs doen werkt goed voor kinderen in de wijk. Ik vind het organiseren van sport en spel  belangrijk in plaats van alle tijd die kinderen doorbrengen achter de schermpjes. Dus we proberen verschillende projecten te starten waar kinderen en jongeren enthousiast van worden zodat ze in beweging blijven.

Een voorbeeld is het project DOCK meets Feyenoord. Kinderen die niet gewend zijn om te sporten, die mogen dan 20 weken twee uur in de week trainen met trainers van SC Feyenoord.  Met de hoop dat ze dan uitstromen naar buurtclubs. Zodat ze leren wat het is om te sporten en hoop je dat ze het verenigingsleven gaan waarderen. Een ander voorbeeld is de kookvlog. We begeleiden ook jongeren tot 27 jaar. En binnenkort gaan we met een groepje  jonge moeders een kookvlog starten. We gaan met een klein budget maaltijden klaarmaken en uitzenden via Instagram. En wat heel leuk is, we hebben een bekende Rotterdamse kok bereid gevonden om kinderen kooklessen te geven. Dat is echt heel leuk! Als laatste voorbeeld, hebben we ook een project met de kinderen van de basisschool. Een combinatie van kennis over voeding en beweging. Een van onze netwerkpartners zal de kinderen dansles en les over voeding gaan geven en samen met de ouders datgene wat ze gekookt hebben gaan eten.

Het project KLIK ken ik alleen van naam. De creatieve manier en het speelse karakter lijkt me heel passend. Het zou mooi zijn als hier nog meer mee gedaan wordt. Ook het gebruik van fotografie vind ik interessant maar ik vind het ook een uitdaging als ik denk aan de verschillende gezinnen in de wijk. Niet iedereen wil anderen binnen laten kijken. Misschien is het kind dan wel heel enthousiast, maar de ouders dan niet. Zeker bij gezinnen die strijden tegen armoede. Als je zo veel moeite doet als moeder om een maaltijd op tafel te zetten, zit je niet te wachten op commentaar of het wel voedzaam genoeg is. Het kan heel gevoelig liggen.

 

Het zou mooi zijn om, als organisaties, nog meer samen te werken en van elkaar te leren. Maar ieder heeft ook zijn eigen opdracht. Dus een thema week bijvoorbeeld zou er voor kunnen zorgen dat we samen verkennen wat er mogelijk is. Bijvoorbeeld rondom het thema gezonde voeding. Dat lijkt me een mooie gelegenheid om de neuzen dezelfde kant op te krijgen! Daarnaast moeten we ook rekening houden met culturele aspecten. Wat in de ene cultuur belangrijk is, hoeft in een andere cultuur niet belangrijk te zijn.

Echt luisteren is van belang. Heel veel instellingen hebben hun eigen agenda. Als mensen bij de gemeente aankloppen en dan moeten gaan werken en ze het gevoel krijgen dat er niet echt naar ze wordt geluisterd , dan haken die mensen dus af. Dit gebeurt ook met kinderen.

Wat ik zou wensen voor deze wijk is: gezonde kinderen die in balans zijn, zowel mentaal als fysiek. Daar zijn meer buitenschoolse activiteiten voor nodig zodat kinderen op een speelse manier gestimuleerd worden om hun talenten te ontwikkelen. . Je kan bijvoorbeeld denken aan een debat groep, daar leren ze argumenteren en sterker worden in taal. Meer cursussen over zelf kennis en zelf ontplooiing hierdoor leren ze hun emoties beter te herkennen en reguleren. Daarnaast zou het fijn zijn als er meer aandacht wordt besteed aan gezonde voeding, structuur en sporten. Daar zou je allemaal mee aan de slag kunnen met de kinderen. Dit zouden we met zijn allen op moeten oppakken. Vooral in de driehoek school, straat, huis.”

Wat ik zou wensen voor deze wijk is: gezonde kinderen die in balans zijn, zowel mentaal als fysiek. Daar zijn meer buitenschoolse activiteiten voor nodig zodat kinderen op een speelse manier gestimuleerd worden om hun talenten te ontwikkelen.

Rocky van Beveren: Docent Lekker Fit

Veel kinderen hebben hun eigen filmpjes gestuurd waarin ze bijvoorbeeld zelf een parcours hebben gemaakt. Superleuk!”

“Ik werk als lekker fit docent op een basisschool. We geven nu gymles op het schoolplein. Tijdens de coronatijd hebben we ‘beweegfilmpjes’ gemaakt. En mijn collega heeft kinderen gevraagd om zelf ook beweegfilmpjes te sturen. Dat was wel heel leuk om weer te delen. Veel kinderen hebben hun eigen filmpjes gestuurd waarin ze bijvoorbeeld zelf een parcours hebben gemaakt. Super leuk!

Ik merk wel verschil tussen de kinderen die op de basisschool binnenkomen. Er zijn kinderen die thuis nooit iets aan beweging hebben gedaan en er zijn kinderen die dat wel doen. Dat verschil merk je natuurlijk tijdens het bewegingsonderwijs. We geven wel extra aandacht aan kinderen die echt moeite hebben met motoriek. Daarvoor hebben we extra gym lessen in kleine groepjes waarin we veel spelletjes met bewegen doen.

Kinderen moeten op hun eigen manier intrinsieke motivatie hebben. Kinderen moeten het dus wel kunnen. Wat ik denk dat belangrijk is, is het uitleggen in makkelijke taal en vooral aansluiten op de behoeftes en kunnen van het kind. Daar heb je wel voldoende tijd en mensen voor nodig. Je kan bijvoorbeeld beter kiezen om niet 8 klassen ‘af te vinken’ maar  3 klassen echt aandacht te geven. Anders kan je je afvragen of je het doel wel behaald hebt of dat je alleen maar chaos hebt gemanaged… Maar daar heb je wel voldoende mensen voor nodig. We zouden misschien meer gebruik kunnen maken van goede vrijwilligers. Maar dat moeten wel mensen zijn die daar echt feeling mee hebben.

Het is belangrijk om te weten waarom je iets doet. Kijk, je kan van boven af van alles bedenken maar de mensen die het uitvoeren moeten snappen en voelen wat het doel is. Je moet je goed kunnen inleven in hoe kinderen denken en wat ze belangrijk vinden. Anders gaat het niet werken.

Mijn visie op bewegingsonderwijs heeft veel raakvlakken met de werkzame elementen vanuit KLIK. Ik vind het belangrijk om de opdracht simpel te houden. Bijvoorbeeld: ‘Vandaag gaan we over de kast’. Maar hoe ze dat doen, daar laat ik ze vrij in. Ieder kind doet dit op zijn of haar eigen manier. Niks is fout of raar. Dit heeft dus ook te maken met experimenteren. Als de ene manier niet lukt, proberen we het op een andere manier. Dus je probeert kinderen te stimuleren om zelf probleem oplossend te denken en ze uit te dagen. Ik ben daarom ook meer gefocust op het proces in plaats van het product. Het gaat er om waar kinderen vandaan komen en hoe ze vooruit gaan. Ik probeer dit zo veel mogelijk spelenderwijs te doen. Dit werkt gewoon heel goed voor kinderen. Zelfs nog in groep 8, dan maak ik er een visueel verhaal van en ze worden meteen enthousiast. Heel leuk!

 

In het team op school is er gelukkig al veel draagvlak om gezond eten en beweging veel aandacht te geven. Je hebt daar wel gesprekken met elkaar voor nodig om deze visie samen uit te dragen. We doen dit echt samen met het team. Het is wel belangrijk om dus aan de leerkrachten te vragen hoe zij dit beleid zien en dit samen verder uit te denken. Evenals het bespreken met de directie. Daar is natuurlijk wel tijd, motivatie en aandacht voor nodig. Andere scholen zouden dit meer kunnen oppakken denk ik.

Het zou mooi zijn om verder te gaan met de elementen vanuit KLIK maar daar is wel tijd voor nodig om dit te bespreken met de directie en leerkrachten. Dat is in drukke tijden soms moeilijk. Ik hoop dat hier volgend schooljaar ruimte voor is.”

Het is belangrijk om te weten waarom je iets doet.
Kijk, je kan van boven af van alles bedenken maar de mensen die het uitvoeren moeten snappen en voelen wat het doel is.

John van der Jagt: Medewerker Biotuin Kidz

In het begin vonden kinderen het spannend om het kippenhok in te gaan, nu kunnen ze vaak niet wachten!

“Wij werken als vrijwilligers bij verschillende projecten vanuit het huis van de wijk de Nieuwe Nachtegaal. Eén van deze projecten is de biotuin kidz. Dit is een educatief programma gericht op jonge kinderen. Wij laten de kinderen verschillende onderdelen zien van de tuin. Samen met de kinderen kweken we groente en fruit op een biologische wijze. We plukken het en we maken er samen een gezond gerecht van in de keuken van het huis van de wijk. Daarnaast voeren we ook de kippen in de biotuin en is er ruimte om te spelen op en rond onze speelplek.

We vinden het belangrijk dat kinderen meer in aanraking komen met groente en fruit en hoe deze groeien. Veel kinderen weten dit niet en kennen veel soorten niet. Hier leren ze daar over terwijl ze het zien, proberen en proeven. Hier proeven de kinderen alles. Als ze het niet lekker vinden, ok. Maar vaak vinden ze het dan toch lekker!

We hebben in het begin verschillende scholen benaderd. Veel scholen gaven aan dat ze het een mooi project vonden maar dat er geen ruimte is in hun drukke lesschema voor dit soort initiatieven. Dit vinden we wel jammer. Maar er komt nu wekelijks een klas van een school. De juf is ook erg enthousiast over de biotuin en dat is ook erg belangrijk. Een andere vrijwilliger maakt ook werkbladen met informatie, puzzeltjes en kleurplaten. Deze gebruikt de juf al in de klas. Zo leeft het nog meer bij de kinderen! Het zou mooi zijn als uiteindelijk meer kinderen zouden kunnen komen ervaren en leren in de biotuin. Maar dan zijn er wel andere vrijwilligers nodig, onze week zit wel vol met verschillende projecten.

Tijdens de wekelijkse lessen hier is het belangrijk dat de kinderen ook kunnen spelen. Je kan deze jonge kinderen niet uren boeien door naar de aardappels en boontjes te kijken. We beginnen meestal in een kring en dan laten we wat zien. Bijvoorbeeld een slak die een aardbei aan het opeten is. Daar vertellen we dan wat over. Vervolgens gaan we altijd de kippen voeren en eieren rapen. Soms leggen we wat extra eieren er bij, zodat ieder kind een ei kan rapen. In het begin vonden kinderen het spannend om het kippenhok in te gaan, nu kunnen ze vaak niet wachten! Dan gaan we iets bekijken of plukken en vervolgens hier spelen. Deze variatie is van belang voor kinderen. En de kinderen gaan vooral zelf aan de slag in onze biotuin. Daar leren ze natuurlijk veel van. Daarnaast is het belangrijk om te kunnen improviseren. Soms is het bijvoorbeeld slecht weer, dan doen we wat anders in het huis van de wijk.

We krijgen terug van de school en via de ouders dat kinderen thuis ook meer proeven en meer lusten. Ook horen we dat kinderen thuis ook vragen om bijvoorbeeld pompoensoep of om groentechips. Dat is wel heel leuk!

We vonden de opzet van het project KLIK heel erg leuk. Vooral met het maken van de foto’s. Verder zijn wij tijdens de looptijd van het project niet echt betrokken geweest. Vanuit het huis van de wijk worden ook verschillende projecten voor kinderen georganiseerd maar het blijft lastig om kinderen te betrekken. We weten niet zo goed waar dat aan ligt. Soms is er gewoon heel weinig animo en soms stoppen kinderen er ineens mee. Dat is jammer. We werken op dit moment niet veel samen met de naschoolse opvang en het kinderdagverblijf in ons gebouw. Dan moet je vooral de managers mee hebben. Het zou mooi zijn om meer contact te hebben en meer samen te werken met deze en misschien ook andere organisaties.

 Daarnaast zou het ook leuk zijn om met oudere kinderen een kookclub te starten. Om te ervaren hoe je met gezonde ingrediënten, lekkere dingen kan maken. We hebben daar een goede vrijwilliger voor maar de coronamaatregelen houdt dat nu tegen.

Het betrekken van ouders bij deze projecten is lastig. Veel ouders werken ook overdag. We hopen dat uiteindelijk meer kinderen in aanraking komen met gezonde en biologische voeding. Alle kinderen zijn welkom hier om eens binnen te lopen, te spelen of om een aardbei te proeven.”

Het zou mooi zijn als uiteindelijk meer kinderen zouden kunnen komen ervaren en leren in de biotuin.

Ouders van kinderen op de basisschool

De school hoeft zich niet te bemoeien met wat ik mijn kind te eten geef. Dat is de verantwoordelijkheid van de ouders.

Vind u het belangrijk dat er op school iets gedaan wordt op het gebied van gezondheid?

 

Moeder 1: “De school hoeft zich niet te bemoeien met wat ik mijn kind te eten geef. Dat is de verantwoording van de ouders. Wij snoepen thuis niet veel, we zijn gewoon te lui en moeten meer bewegen. Op een bepaald moment hadden de kinderen helemaal geen trek meer in dat fruit en namen ze iets anders gezonds mee, ik vind dat dat mijn plek is om te beslissen en niet dat ik letterlijk wordt gebeld door school ze moet wel fruit meenemen want ontbijtkoek is niet gezond. Het is nog steeds en klein hapje tussendoor elke dag een banaan is net zo slecht als een ontbijtkoek banaan zit meer suiker in. Laat ze bezig zijn met les geven het gaat in mijn ogen over zoveel punten wat bij ouders hoort te liggen. Het is mijn verantwoordelijkheid dat ik mijn kinderen normen en waarden leer en goed opvoed en zij moeten mij helpen mijn kinderen te leren rekenen en schrijven dingen die ik thuis niet standaard doe. Ik weet wat mijn kinderen nodig hebben qua voedingsstoffen ik vind dat ze daar veel te veel tijd aan besteden. Laat ze lekker rennen. Net als vroeger gewoon lesgeven thuis krijgen ze de andere lessen.”

 

Moeder 2: “Niet iedereen krijgt het van huis mee dus dat ze er aandacht aan besteden is goed maar de regels op school zijn te streng dat ze een of twee keer per week wat anders mee mogen nemen we kunnen ook gaan overdrijven. We zijn allemaal met snoep groot geworden en met pepernoten van de vloer af eten , weet je we overdrijven  nu gewoon, weetje dat is ook goed voor je immuun systeem en weerstand, we kunnen wel allemaal te schoon worden met de kinderen maar dat werkt denk ik ook niet. We draven een beetje door. Sommige krijgen het thuis ook niet dat geloof ik best wel en dat je hjer dan tijd aan besteed op school prima maar zoveel als dat er hier gebeurd dan denk ik jongen …. Ben je niet een beetje doorgedraafd.

Er is nu aan continurooster er zijn heel veel kinderen die lusten geen brood wat krijgen ze mee van huis verse soep , mag niet ? Ik had een keer een wrap gemaakt met kipfilet paprika , sla komkommer maar het mocht niet. Nou toen ben ik naar binnen gegaan en heb gevraagd of ze wel goed zijn. Wat nou gezond mijn kind de hele dag niet laten eten. Het was een hele vitamine bom maar het mocht niet. Snack a jack mag ook niet. Iedereen die wil afvallen mag die dingen eten. Kijk er was ook een meisje uit haar klas die had een blikje cola en een zak chips bij zich omdat moeder geen tijd had om boodschappen te doen dat je dat afkeurt snap ik maar een wrap of snack a jack dan sla je echt door. Als doe je het maar 1x of 2 x in de wek dat ze iets extra’s mee mogen nemen.”

Moeder 3: “Ze moeten sowieso water meenemen en groente en fruit meenemen ze worden aangesproken  dat ze vroeg naar bed moeten, goed moeten eten. Dan weet je dat ze aandacht aan je kind besteden anders ga je er toch niet mee bemoeien, of wel toch dat doe je niet zomaar. Het is heel belangrijk dat ze op tijd naar bed gaan en dat ze goed eten ontbijten is heel belangrijk dat ze wat in hun maag hebben voordat ze naar school gaan. Dan is de concentratievermogen hoger. Dat zijn dingen die belangrijk zijn voor mij Ze vinden fietsen leuk samen met de papa leuk ik heb een groot park voor de deur en kunnen ze buiten spelen.”

 

Moeder 4: “Ik vind voeding en leefstijl wel belangrijk maar ik vind dat het ook wel te streng is. Vooral kinderen die zelf al sporten. Ze zijn nu verplicht om over te blijven en het zou ook niet verkeerd zijn om ze af en toe wat te geven om ze meer te stimuleren om hun brood op te eten. Gewoon wat lekkers wat je thuis wel altijd deed. Dat vind ik jammer. Er wordt veel gekeken wat er niet kan. Ik vind een sultana net zo gezond als een boterham met kipfilet. Maar het extra bewegen vind ik wel fijn. Mijn kind sport gewoon veel dus meer activiteiten hoeft van mij niet zo. Ik hoor verder niet zo veel van mijn kind over school. Zelf vind ik het goed dat dingen bespreekbaar worden gemaakt, vooral ook ongemakkelijke onderwerpen.

 

Moeder 5: “Ik vind dat ouders zelf verantwoordelijk zijn voor wat een kind eet. Kinderen worden veel te veel gepusht op school. Als het echt fout gaat door overgewicht enzovoort, dan kan de school wel ingrijpen natuurlijk. Maar tussen de middag mogen ze alleen bruin brood. Ik mag bijvoorbeeld ook geen cupcake meegeven. Ik vind dat ik dat zelf mag weten. In de buurt wordt naar mijn idee niks gedaan rondom gezond eten en beweging. Ik vind projecten zoals met de tuintjes wel heel leuk. Maar je moet geen regels opleggen. Laat ze het zelf maar ervaren. Spelenderwijs en zelf laten ontdekken, veel belangrijker!

Zelf vind ik het goed dat dingen bespreekbaar worden gemaakt

Buitenschoolse opvang

Medewerker buitenschoolse opvang

“Op de buitenschoolse opvang zijn we ook bewust van voeding. Als we de kinderen opgehaald hebben dan eten we fruit. Ik vind het leuk om te zien dat kinderen ook echt blij zijn met fruit en ook verschillende soorten fruit eten. Want vaak hoor je dat kinderen geen fruit lusten of groenten, maar bij ons eten ze het allemaal.

We proberen veel buiten te zijn. Ze kunnen dan lekker veel buiten zijn en spelen. We hebben het niet echt met de kinderen over gezondheid en leefstijl. Er zou daar eventueel wel meer ruimte voor zijn. Dat zou best goed zijn.”

3 kinderen van de BSO:

“Wij hebben het wel eens over eten. Dat je geen koekjes mee mag nemen. Alleen brood en ook wel een rijstwafel. We praten heel soms over eten met de juf of meester en heel soms gaan we wel eens iets maken. We gingen 1 keer een taart maken maar we doen dat echt niet vaak. We hadden ook 1 keer ijs gemaakt. We willen dit soort dingen wel vaker doen want dan hoeven we niet de hele tijd te leren en saaie dingen doen. Gewoon iets leuk doen. We doen nu ook geen gym meer maar buiten gym. Dat is wel heel erg leuk. Maar als er iemand valt dan is de meester wel streng. Die zegt dan: hop, hop! Wij willen ook wel eens andere sporten doen maar ik weet niet of dat kan. Ik wil ook wel met andere klassen samen iets doen, dat vind ik gezellig. En meer kletsen!”

Peter Steenbergen: Medewerker Thuis Op Straat

Ik zie in deze wijk vaak moeilijkheden met betrekking tot opvoedkracht. Dat komt vooral door de omstandigheden waar de mensen in zitten. Veel eenoudergezinnen en veel armoede.

“Onze organisatie bestaat uit een heel aantal medewerkers. Vaste collega’s voor verschillende uren en taken, maar ook vrijwilligers uit de buurt. Daarnaast hebben we ook vrijwilligers die verplicht moeten werken met behoud van hun uitkering. Iets doen voor je uitkering is natuurlijk niet verkeerd maar als het moet, haalt het niet het beste in mensen naar boven. Ook hebben we een grote groep stagiaires. We bieden vooral jongeren uit deze wijk een plek aan als stagiaire. We hopen dan dat ze daarna een bijbaan bij ons nemen omdat we jongeren een kans willen geven die niet zo makkelijk aan een andere baan komen. Deze jongeren doen veel activiteiten na school. Kinderen van de basisschool komen door mond op mond reclame bij ons of we proberen ook in de schoolnieuwsbrief te komen. En onze eigen social media is natuurlijk van belang.

Tijdens de corona tijd zag ik ook veel mensen die niet konden werken en ook niet terug konden naar hun thuisland, dus werd er veel alcohol gedronken om ze af te leiden van toch wel vervelende dingen. Wij zijn als organisatie de hele tijd op straat gebleven tijdens de corona. Ik denk dat dit belangrijk was; je moet het zien om het te snappen. Het werd eigenlijk ook drukker op straat. De reactie van de overheid was om sommige speelplekken af te zetten maar dan krijg je eigenlijk alleen maar verdringing op andere plekken. Voor de rest zag ik ook dat de maatregelen rondom corona voor sommige gezinnen best lastig te begrijpen was. Wat wel positief was dat de brandhaarden op scholen, waar ook veel steek incidenten waren, ineens niet meer aanwezig waren. Want als je elkaar niet meer ontmoet, gebeuren dat soort dingen ook niet.

Ik zie in deze wijk vaak moeilijkheden met betrekking tot opvoedkracht. Dat komt vooral door de omstandigheden waar de mensen in zitten. Veel 1 ouder gezinnen en veel armoede. En gezond voedsel is gewoon vaak duurder dan iets ongezonds. Als je meerdere kinderen hebt is het bijvoorbeeld ook lastig om de tijd te vinden om een kind elke week naar de sportclub te brengen. Dan kan het financieel geregeld zijn, maar nog niet lukken. Ook cultureel zie ik veel verschillen. Kinderen uit gezinnen oorspronkelijk uit oost en midden Europa. Deze kinderen zijn vaak de baas in het gezin, het draait om het kind. Op de basisschool is dat dan ineens lastig, dan moeten ze luisteren. Daarnaast is het ook belangrijk om de taal van de verschillende gezinnen te spreken. Gelukkig hebben wij in de organisatie veel medewerkers vanuit verschillende culturen.

Wat goed werkt voor kinderen is het doen en proberen. Dus niet alleen maar informatie geven maar vooral proeven en proberen. Bijvoorbeeld tijdens kooklessen, laat kinderen maar proeven hoe het smaakt met meer zuur, zoet enzovoort. Het gaat vooral om het proces. Als je bijvoorbeeld een pizza gaat maken met kinderen, dan is het belangrijk om kinderen in alles mee te nemen. Dan krijg je misschien de pizza niet af op die dag maar dan heb je ze wel wat geleerd. Er zijn teveel voorbeelden dat het allemaal af moet zijn als activiteit. Daar leer je niet perse iets van.  Ook als je kijkt naar andere dingen die kinderen maken op school. Alles is eigenlijk altijd hetzelfde. Er is te weinig ruimte voor creativiteit. Maar er moet meer ruimte gemaakt worden voor creativiteit in kinderen vind ik. Dan krijg je een andere vorm van talentontwikkeling. En worden kinderen op een andere manier zichtbaar.

Er zijn best veel organisaties en projecten op Zuid. Maar het is van belang om samen te werken met elkaar in plaats van meer projecten te starten. Ook als we met thema’s werken is het goed en leuk om met kleine zelfstandigen te werken. Bijvoorbeeld kunstenaars, koks of journalisten. We kunnen heel goed van elkaar leren en elkaar helpen. Deze samenwerking gaat nog niet altijd vanzelf. Als we elkaars werelden beter gaan begrijpen, zouden we daar beiden wat aan hebben. Ieder zijn kracht zonder dat dit botst. Tegelijkertijd doe je ook wat goeds voor de lokale economie.

Ook zou de gezondheid van de mensen uit deze buurt meer gemonitord kunnen worden maar dan op een speelse manier. Bijvoorbeeld tijdens activiteiten als koekhappen en luchtkussens, je kan wel veel informatie halen uit hoe kinderen reageren of hoe ze er uit zien, ruiken. Dan zou je dit door moeten filteren aan de juiste kanalen. Maar dan moet daar wel een hele bekwame vrijwilliger staan. Ik denk dat het monitoren van kinderen tijdens activiteiten meer een vak is. Dat moeten we serieus nemen en aandacht geven.”

 

Het gaat vooral om het proces. Als je bijvoorbeeld een pizza gaat maken met kinderen, dan is het belangrijk om kinderen in alles mee te nemen. Dan krijg je misschien de pizza niet af op die dag maar dan heb je ze wel wat geleerd.

Janine Schrijver: Fotograaf voor KLIK

Ik hoop dat kinderen meer ruimte kunnen krijgen om zichzelf te ontdekken, dingen te ervaren en op zichzelf te kunnen vertrouwen.

“Ik ben betrokken bij de opzet en de gehele looptijd van het project KLIK. Ik woon al een tijd in de wijk Oud-Charlois en ik zie dat de gezondheid van kinderen wel vaak beter kan. Dan doel ik niet alleen op voeding en gewicht maar ook op ritme, slapen en andere dingen.

Er zijn veel organisaties en professionals heel goed bezig met deze thema’s maar de vraag is: hoe bereikt het de mensen die dit het hardste nodig hebben? Dat is lastig. Wat dat betreft hebben scholen vaak wel inzicht in wat er speelt bij kinderen. Maar scholen hebben al een druk lesprogramma en de taak om kinderen cognitief klaar te stomen voor het middelbaar onderwijs. Een gespecialiseerde professional die leerkrachten, ouders en kinderen kan begeleiden rondom de thema’s voeding, leefstijl, ritme, slaap meer daar aan gerelateerd, zou mooi zijn. Dit moet wel iemand zijn met een holistische kijk op gezondheid. De ouders en kinderen die geholpen kunnen worden, hebben vaak multi-problematiek. Dat moet je kunnen zien en op een goede manier een ingang kunnen vinden.

Tijdens het project KLIK zagen we dat het leren door ervaring, moeilijke onderwerpen aansnijden, uit de bekende omgeving stappen en het simpel houden goed werkte bij kinderen. Ik hoop dat de kinderen door de KLIK lessen wat meer bewustzijn en kennis hebben gekregen over hun eigen lichaam. En dat het niet gaat over goed en fout maar vooral over dat wat je ervaart. Vooral proberen dus.

Maar wat ik miste tijdens de lessen was de ouderbetrokkenheid. De kinderen namen natuurlijk veel mee naar huis aan kennis en ervaringen maar de ouders bleven toch wat buiten beeld. Ik zou heel graag een leuke en actieve vorm vinden om ouders te betrekken. Nu worden ouders vaak uitgenodigd voor voorlichting avonden enzo. Maar daar maak je ouders niet echt enthousiast mee. Je zou deze bijeenkomsten ook vanuit de behoefte van ouders kunnen invullen. Zo kan je ze op een actieve manier betrekken. Een soort KLIK lessen voor ouders dus. Hierin kunnen ook andere organisaties betrokken worden. Maar belangrijk blijft dat we niet moeten gaan vertellen wat goed en fout is maar vooral samen ontdekken en ervaren.

Ik hoop dat kinderen meer ruimte kunnen krijgen om zichzelf te ontdekken, dingen te ervaren en op zichzelf te kunnen vertrouwen. Ook de ruimte in fysieke zin is van belang. De ruimte waarin kinderen opgroeien in deze wijk is vaak pittig. En dan ook vooral de vooroordelen van anderen. Dat moet niet onderschat worden.

Bij alles is veel geduld en tijd nodig. Het zijn kleine stapjes en hopelijk successen die je moet vieren. Het gaat ook om het samen plezier maken denk ik. Daarin kan je samen ontdekken, dat geeft ruimte. En ook het vertrouwen in elkaar is van belang. Tijdens het KLIK project mochten de camera’s mee naar huis als de kinderen dat zelf wilden. Kinderen hadden hier zelf de keuze in en ik vertrouwde er ook op dat ze dit zelf konden inschatten. Alle camera’s zijn weer heel terug gekomen!”

Ik zou heel graag een leuke en actieve vorm vinden om ouders te betrekken.